MFen r39908 -> r40676 (+ igor fixes)

This commit is contained in:
Rene Ladan 2013-01-20 13:31:09 +00:00
parent 21ef665882
commit 0e29f54030
Notes: svn2git 2020-12-08 03:00:23 +00:00
svn path=/head/; revision=40688

View file

@ -5,7 +5,7 @@
$FreeBSD$
%SOURCE% en_US.ISO8859-1/books/handbook/disks/chapter.xml
%SRCID% 39908
%SRCID% 40676
-->
<chapter id="disks">
@ -1812,7 +1812,7 @@ cd0: Attempt to query device size failed: NOT READY, Medium not present - tray c
<para>Om bestanden groter dan 4,38GB in de compilatie op te nemen dient
een UDF/ISO-9660 hybride bestandssysteem aangemaakt te worden door de
aanvullende parameter <option>-udf -iso-level 3</option> aan
&man.mkisofs.8; en alle gerelateerde programma's (i.e.
&man.mkisofs.8; en alle gerelateerde programma's (i.e.,
&man.growisofs.1;) door te geven. Dit is alleen nodig als een ISO
beeldbestand wordt aangemaakt, of als bestanden direct naar een schijf
worden geschreven. Schijven die op deze manier zijn aangemaakt moeten
@ -2251,255 +2251,92 @@ cd0: Attempt to query device size failed: NOT READY, Medium not present - tray c
<indexterm><primary>bandmedia</primary></indexterm>
<para>De belangrijkste bandmedia zijn de 4mm, 8mm, QIC,
mini-cartridge en DLT.</para>
<para>Bandtechnologie is zich blijven ontwikkelen maar het is minder
waarschijnlijk dat het in moderne systemen wordt gebruikt. Moderne
back-upsystemen neigen om offsite gecombineerd met technologieën voor
plaatselijke verwisselbare schijfstations te gebruiken. &os; zal nog
steeds elk bandstation dat SCSI gebruikt zoals LTO en oudere apparaten
zoals DAT ondersteunen. Er is ook beperkte ondersteuning voor SATA- en
USB-bandstations.</para>
<sect2 id="backups-tapebackups-4mm">
<title>4mm (DDS: Digital Data Storage)</title>
<sect2 id="tapes-sa0">
<title>Seriële toegang met &man.sa.4;</title>
<indexterm>
<primary>bandmedia</primary>
<indexterm><primary>bandstations</primary></indexterm>
<secondary>DDS (4mm) banden</secondary>
</indexterm>
<indexterm>
<primary>bandmedia</primary>
<secondary>QIC banden</secondary>
</indexterm>
<para>4mm-banden vervangen steeds vaker QIC-banden als
back-upmedium voor werkstations. Deze trend werd versneld toen
Connor Archive, een toonaangevende fabrikant van QIC-stations,
overnam en daarna de productie van QIC-stations stopte.
4mm-stations zijn klein en stil maar genieten niet de
betrouwbaarheidsreputatie van 8mm-stations. De cartridges zijn
minder duur en kleiner (3 x 2 x 0,5 inch, 76 x 51 x 12 mm) dan
8mm-cartridges. Net zoals bij 8mm hebben de koppen bij 4mm een
vergelijkbaar kort leven, omdat beiden gebruik maken van een
helische scan.</para>
<para>De gegevensdoorvoer op deze stations begint bij ongeveer
150&nbsp;kB/s, met pieken van 500&nbsp;kB/s. De
opslagcapaciteit begint bij 1,3&nbsp;GB en eindigt bij
2,0&nbsp;GB. Hardwarecompressie, die voor de meeste stations
beschikbaar is, zorgt voor ongeveer een verdubbeling van de
capaciteit. Bibliotheekeenheden van multi-station
bandbiliotheken kunnen 6 stations in een enkel kabinet bevatten
met automatische wisseling van de banden. De capaciteit van
een bibliotheek loopt op tot 240&nbsp;GB.</para>
<para>Door de DDS-3-standaard worden bandcapaciteiten van
12&nbsp;GB (of 24&nbsp;GB met compressie) ondersteund.</para>
<para>Net als 8mm-drives gebruiken 4mm-drives helische scan.
Alle voor- en nadelen van helische scan gelden voor zowel 4mm-
als 8mm-stations.</para>
<para>Banden dienen na 2.000 maal of 100 volledige back-ups
afgedankt te worden.</para>
</sect2>
<sect2 id="backups-tapebackups-8mm">
<title>8mm (Exabyte)</title>
<indexterm>
<primary>bandmedia</primary>
<secondary>Exabyte (8mm) banden</secondary>
</indexterm>
<para>8mm-banden zijn de meest gebruikte SCSI-banden. Ze vormen
de beste keuze met betrekking tot het uitwisselen van banden.
Bijna elk bedrijf heeft een Exabyte 2&nbsp;GB 8mm-bandstation.
8mm-stations zijn betrouwbaar, gemakkelijk en stil. Cartridges
zijn niet duur en klein (4,8 x 3,3 x 0,6 inch; 122 x 84 x 15
mm). Een nadeel van 8mm-banden is de relatief korte levensduur
van de kop en band vanwege de hoge mate van relatieve beweging
tussen de band en de koppen.</para>
<para>De gegevensdoorvoer varieert van ~250&nbsp;kB/s tot
~500&nbsp;kB/s. De gegevensomvang begint bij 300&nbsp;MB en
kan oplopen tot 7&nbsp;GB. Hardwarecompressie, waarmee de
meeste stations van deze soort zijn uitgerust, zorgt voor
ongeveer een verdubbeling van de capaciteit. Deze stations
zijn los of als multi-station bandbiliotheken met 6 stations en
120 banden in een enkele kast beschikbaar. In het laatste
geval worden banden automatisch per stuk verwisseld. De
capaciteit van een bibliotheek kan oplopen tot meer dan
840&nbsp;GB.</para>
<para>Het model <quote>Mammoth</quote> van Exabyte ondersteunt
een capaciteit van 12&nbsp;GB (24&nbsp;GB met compressie)
per band en kost ongeveer twee maal zoveel als een gewoon
bandstation.</para>
<para>Gegevens worden door middel van helische scan op de band
gezet en de koppen zijn onder een hoek (ongeveer 6 graden) op
het medium gepositioneerd. De band wordt 270 graden om de
spoel gewikkeld die de koppen vasthoudt. Dit resulteert in een
hoge gegevensdichtheid en dicht bij elkaar staande sporen die
een hoek van de ene naar de andere kant van de band
maken.</para>
</sect2>
<sect2 id="backups-tapebackups-qic">
<title>QIC</title>
<indexterm>
<primary>bandmedia</primary>
<secondary>QIC-150</secondary>
</indexterm>
<para>De banden en stations voor de QIC-150 zijn misschien de
meest voorkomende bandstations en bandmedia. QIC-bandstations
zijn de minst dure <quote>serieuze</quote> back-upstations.
Het nadeel is de prijs van de media. QIC-banden zijn duur in
vergelijking met 8mm- of 4mm-banden. De prijs per GB
opslagruimte kan tot 5 maal zo hoog zijn. Indien een half
dozijn banden toereikend is, zijn QIC-banden waarschijnlijk de
juiste keuze. QIC is het <emphasis>meest</emphasis>
voorkomende bandstation. Elk bedrijf heeft QIC-stations met
een bepaalde capaciteit. QIC heeft namelijk een groot aantal
capaciteiten per type band, die fysiek vergelijkbaar (soms
identiek) zijn. QIC-banden zijn niet stil. Deze stations
maken een hoorbaar geluid tijdens het zoeken voordat ze
beginnen met het opnemen van gegevens en zijn duidelijk
hoorbaar tijdens het lezen, schrijven en zoeken. QIC-banden
zijn 6&nbsp;x 4&nbsp;x 0,7 inch of 152&nbsp;x 102&nbsp;x 17 mm
groot.</para>
<para>De gegevensdoorvoer varieert van ~150&nbsp;kB/s tot
~500&nbsp;kB/s. Hardwarecompressie is mogelijk met veel van de
nieuwere bandstations. QIC-stations worden steeds minder vaak
geïnstalleerd. Ze worden vervangen door DAT-stations.</para>
<para>Gegevens worden in sporen op de band gezet. De sporen
lopen parallel aan de lange as van het bandmedium van het ene
naar het andere einde. Het aantal sporen, en daarmee de
breedte van een spoor, varieert met de capaciteit van de band.
De meeste, zo niet alle, nieuwe stations bieden achterwaartse
leescompatibiliteit (en vaak ook achterwaartse
schrijfcompabiliteit). QIC heeft een goede reputatie op het
gebied van gegevensveiligheid (de mechanismen zijn eenvoudiger
en robuuster dan die van helische scan-stations).</para>
<para>Banden dienen na 5.000 back-ups afgedankt te worden.</para>
</sect2>
<sect2 id="backups-tapebackups-dlt">
<title>DLT</title>
<indexterm>
<primary>bandmedia</primary>
<secondary>DLT</secondary>
</indexterm>
<para>DLT-banden hebben de snelste gegevensdoorvoer van alle
hiergenoemde bandstations. De band van 1/2 inch (12,5 mm) zit
in een cartridge (4 x 4 x 1 inch; 100 x 100 x 25 mm) op
één enkele haspel. De cartridge heeft een
opklapbare opening aan één gehele kant van de
cartridge. Het mechanisme van het station opent deze opening
om de bandleider eruit te halen. De bandleider heeft een ovaal
gat dat door het station gebruikt wordt om de band <quote>vast
te zetten</quote>. De haspel die de band aanpakt is in het
bandstation gesitueerd. Bij alle andere bandcartridges die
hier genoemd zijn (9-sporige banden zijn de enige uitzondering)
zitten zowel de haspel die de band levert als de haspel die de
band aanpakt in de bandcartridge zelf.</para>
<para>De gegevensdoorvoer bedraagt ongeveer 1.5&nbsp;MB/s, drie
maal de doorvoer van 4mm-, 8mm-, en QIC-bandstations. De
gegevenscapaciteit varieert van 10&nbsp;GB tot 20&nbsp;GB per
stations. Stations zijn als meerdere-bandwisselaars en als
bibliotheken van meerdere banden en meerdere stations
beschikbaar, die 5 tot 900 banden bevatten verspreid over 1 tot
20 stations, waardoor een opslagcapaciteit van 50&nbsp;GB tot
9&nbsp;TB geleverd wordt.</para>
<para>Met compressie levert het formaat DLT Type IV tot
70&nbsp;GB aan capaciteit.</para>
<para>Gegevens worden in sporen die parallel aan de looprichting
lopen op de band gezet (net als met QIC-banden). Er worden
twee sporen per keer geschreven. De levensduur van de lees- en
schrijfkoppen is relatief lang. Als de band eenmaal stilstaat,
is er geen relatieve beweging tussen de koppen en de
band.</para>
<para>&os; gebruikt het stuurprogramma &man.sa.4;, dat
<devicename>/dev/sa0</devicename>,
<devicename>/dev/nsa0</devicename> en
<devicename>/dev/esa0</devicename> aanbiedt. Voor normaal gebruik is
alleen <devicename>/dev/sa0</devicename> nodig.
<devicename>/dev/nsa0</devicename> is fysiek hetzelfde apparaat als
<devicename>/dev/sa0</devicename> maar spoelt de band niet terug nadat
een bestand is geschreven. Dit maakt het mogelijk om meer dan één
bestand naar een band te schrijven. <devicename>/dev/esa0</devicename>
werpt, indien van toepassing, de band uit nadat het apparaat is
gesloten.</para>
</sect2>
<sect2>
<title id="backups-tapebackups-ait">AIT</title>
<title id="tapes-mt">Het bandstation met &man.mt.1; beheren</title>
<indexterm>
<primary>bandmedia</primary>
<secondary>AIT</secondary>
<secondary>mt</secondary>
</indexterm>
<para>AIT is een nieuw formaat van Sony dat (met compressie) tot
50&nbsp;GB gegevens per band kan bevatten. De band bevat
geheugenchips die een index van de inhoud van de band bevatten.
Deze index kan snel door het bandstation gelezen worden voor
het bepalen van de positie van bestanden op de band, in plaats
van de enkele minuten die nodig zijn voor andere banden.
Software als <application>SAMS:Alexandria</application> kan
meer dan veertig AIT-bandbibliotheken beheren, waarbij het
direct met de geheugenchip van de band communiceert om de
inhoud op het scherm te tonen, om te bepalen welke bestanden
naar welke band zijn geback-upped en om de correcte band te
vinden, laden en de gegevens ervan terug te zetten.</para>
<para>&man.mt.1; is het hulpmiddel van &os; om andere bewerkingen op het
bandstation uit te voeren, zoals bestanden op een band doorzoeken of
controlepunten naar de band schrijven.</para>
<para>Dit soort bibliotheken kosten rond de $&nbsp;20.000,
waardoor ze enigszins boven het budget van de hobbyist
liggen.</para>
<para>Als voorbeeld kunnen de eerste drie bestanden op een band bewaard
worden door ze over te slaan voordat een nieuw bestand wordt
geschreven:</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>mt -f /dev/nsa0 fsf 3</userinput></screen>
</sect2>
<sect2>
<title>Eerste gebruik van een nieuwe band</title>
<title id="tapes-tar">&man.tar.1; gebruiken om back-ups op banden te
lezen en schrijven</title>
<para>Als de eerste keer van een nieuwe, geheel lege band wordt
gelezen of ernaar wordt geschreven, mislukt dit. Het bericht
op de console zier er analoog aan het volgende uit:</para>
<para>&man.tar.1; gebruiken om een enkel bestand naar band te
schrijven:</para>
<screen>sa0(ncr1:4:0): NOT READY asc:4,1
sa0(ncr1:4:0): Logical unit is in process of becoming ready</screen>
<screen>&prompt.root; <userinput>tar cvf /dev/sa0 <replaceable>bestand</replaceable></userinput></screen>
<para>De band bevat geen Identifier Block (bloknummer 0). Alle
QIC-bandstations sinds de adoptie van de standaard QIC-525
schrijven een Identifier Block naar de band. Er zijn twee
oplossingen:</para>
<para>Bestanden vanuit een &man.tar.1;-archief op band naar de huidige
map herstellen:</para>
<itemizedlist>
<listitem>
<para><command>mt fsf 1</command> zorgt ervoor dat het
bandstation een Identifier Block naar de band
schrijft.</para>
</listitem>
<screen>&prompt.root; <userinput>tar xvf /dev/sa0</userinput></screen>
</sect2>
<listitem>
<para>De knop aan de voorkant van het paneel dient gebruikt
te worden om de band uit te werpen.</para>
<sect2>
<title id="tapes-dumprestore">&man.dump.8; en &man.restore.8; gebruiken
om back-ups aan te maken en te herstellen</title>
<para>De band dient opnieuw in het station gestoken te worden
en met <command>dump</command> worden gegevens naar de band
gedumpt.</para>
<para>Een eenvoudige back-up van <filename
class="directory">/usr</filename> maken met &man.dump.8;:</para>
<para><command>dump</command> geeft <errorname>DUMP: End of
tape detected</errorname> en de console laat het volgende
zien:<errorname>HARDWARE FAILURE info:280
asc:80,96</errorname>.</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>dump -0aL -b64 -f /dev/nsa0 /usr</userinput></screen>
<para>De band kan met <command>mt rewind</command>
teruggespoeld te worden.</para>
<para>Interactief bestanden van een &man.dump.8;-bestand vanaf band naar
de huidige map herstellen:</para>
<para>Hierna zijn alle bandbewerkingen succesvol.</para>
</listitem>
</itemizedlist>
<screen>&prompt.root; <userinput>restore -i -f /dev/nsa0</userinput></screen>
</sect2>
<sect2>
<title id="tapes-othersoftwware">Andere bandsoftware</title>
<para>Er zijn programma's op hoger niveau beschikbaar om het back-uppen
naar banden eenvoudiger te maken. De populairste zijn
<application>AMANDA</application> en <application>Bacula</application>.
Deze programma's hebben als doel om back-uppen eenvoudiger en
aangenamer te maken, of om complexe back-ups van meerdere machines te
automatiseren. De Portscollectie bevat deze beide en andere
toepassingen om met banden te werken.</para>
</sect2>
</sect1>