MFen
o disks -> 1.288 Submitted by: Rene Ladan Obtained from: The FreeBSD Dutch Documentation Project Facilitated by: Snow B.V. at EuroBSDCon 2008
This commit is contained in:
parent
09e401e7ec
commit
9aab6a947d
Notes:
svn2git
2020-12-08 03:00:23 +00:00
svn path=/head/; revision=33078
1 changed files with 124 additions and 124 deletions
|
@ -5,7 +5,7 @@
|
|||
$FreeBSDnl: doc/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/disks/chapter.sgml,v 1.35 2006/01/05 21:21:23 siebrand Exp $
|
||||
|
||||
%SOURCE% en_US.ISO8859-1/books/handbook/disks/chapter.sgml
|
||||
%SRCID% 1.286
|
||||
%SRCID% 1.288
|
||||
-->
|
||||
|
||||
<chapter id="disks">
|
||||
|
@ -221,7 +221,7 @@
|
|||
<filename>/var/run/dmesg.boot</filename> bekeken te worden om er
|
||||
zeker van te zijn dat de nieuwe schijf is gevonden. Volgens het
|
||||
voorbeeld heet de nieuw toegevoegde schijf
|
||||
<devicename>da1</devicename> en die wordt gemount op
|
||||
<devicename>da1</devicename> en die wordt aangekoppeld op
|
||||
<filename>/1</filename> (als er een IDE-schijf wordt toegevoegd,
|
||||
is de apparaatnaam <devicename>ad1</devicename>).</para>
|
||||
|
||||
|
@ -342,18 +342,18 @@
|
|||
Labelbewerker dient een enkel bestandssysteem te worden
|
||||
aangemaakt door op <keycap>C</keycap> te drukken. Kies
|
||||
<literal>FS</literal> wanneer gevraagd wordt of dit een FS
|
||||
(file system) of swap wordt, en geef een mountpunt in
|
||||
(file system) of swap wordt, en geef een koppelpunt in
|
||||
(bijvoorbeeld <filename>/mnt</filename>). Wanneer een
|
||||
schijf in post-installatie-modus wordt toegevoegd, maakt
|
||||
<application>sysinstall</application> geen ingangen aan in
|
||||
<filename>/etc/fstab</filename>, dus dan is het opgegeven
|
||||
mountpunt niet van belang.</para>
|
||||
koppelpunt niet van belang.</para>
|
||||
|
||||
<para>Nu kan het nieuwe label naar de schijf worden
|
||||
geschreven en er een bestandssysteem op aangemaakt worden.
|
||||
Dit kan gedaan worden door op <keycap>W</keycap> te
|
||||
drukken. Fouten van <application>sysinstall</application>
|
||||
dat de nieuwe partitie niet gemount kon worden kunnen
|
||||
dat de nieuwe partitie niet aankoppeld kon worden kunnen
|
||||
genegeerd worden. De Labelbewerker en
|
||||
<application>sysinstall</application> kunnen nu volledig
|
||||
verlaten worden.</para>
|
||||
|
@ -664,21 +664,21 @@ e: 60074784 0 4.2BSD 0 0 0 # (Cyl. 0 - 59597)</programlisting>
|
|||
<command>/etc/rc</command> <command>ccdconfig -C</command>
|
||||
indien <filename>/etc/ccd.conf</filename> bestaat. Dit
|
||||
stelt automatisch de &man.ccd.4; in, zodat die kan worden
|
||||
gemount.</para>
|
||||
aangekoppeld.</para>
|
||||
|
||||
<note>
|
||||
<para>Indien er in enkele-gebruiker-modus wordt opgestart,
|
||||
dient het volgende commando te worden uitgevoerd om de
|
||||
rij in te stellen voordat de &man.ccd.4; gemount kan
|
||||
rij in te stellen voordat de &man.ccd.4; aangekoppeld kan
|
||||
worden:</para>
|
||||
|
||||
<programlisting>ccdconfig -C</programlisting>
|
||||
</note>
|
||||
|
||||
<para>Om de &man.ccd.4; automatisch te mounten, kan er een
|
||||
regel voor de &man.ccd.4; in
|
||||
<para>Om de &man.ccd.4; automatisch aan te koppelen, kan er
|
||||
een regel voor de &man.ccd.4; in
|
||||
<filename>/etc/fstab</filename> geplaatst worden, zodat die
|
||||
tijdens het opstarten gemount wordt:</para>
|
||||
tijdens het opstarten aangekoppeld wordt:</para>
|
||||
|
||||
<programlisting>/dev/ccd0c /media ufs rw 2 2</programlisting>
|
||||
</sect4>
|
||||
|
@ -943,7 +943,7 @@ da0: 126MB (258048 512 byte sectors: 64H 32S/T 126C)</screen>
|
|||
<Generic Traveling Disk 1.11> at scbus0 target 0 lun 0 (da0,pass0)</screen>
|
||||
|
||||
<para>Indien er een bestandssysteem op de schijf aanwezig is, kan
|
||||
dat gemount worden. <xref linkend="disks-adding"> biedt
|
||||
dat aangekoppeld worden. <xref linkend="disks-adding"> biedt
|
||||
indien nodig hulp bij het formatteren en aanmaken van partities
|
||||
op de USB-drive.</para>
|
||||
|
||||
|
@ -959,7 +959,7 @@ da0: 126MB (258048 512 byte sectors: 64H 32S/T 126C)</screen>
|
|||
worden door de volgende regels toe te voegen aan
|
||||
<filename>/etc/devfs.rules</filename>:</para>
|
||||
|
||||
<programlisting>[localrules=1]
|
||||
<programlisting>[localrules=5]
|
||||
add path 'da*' mode 0660 group operator</programlisting>
|
||||
|
||||
<note>
|
||||
|
@ -992,29 +992,31 @@ add path 'da*' mode 0660 group operator</programlisting>
|
|||
start van het systeem. Als alternatief kan ook &man.sysctl.8;
|
||||
gebruikt worden om deze variabele te zetten.</para>
|
||||
|
||||
<para>De laatste stap is het creeeren van de directory waar het
|
||||
bestandssysteem gekoppeld wordt. Deze directory moet eigendom
|
||||
zijn van de gebruiker die het bestandssysteem gaat koppelen.
|
||||
Een manier om dat te bewerkstelligen is door met de gebruiker
|
||||
<username>root</username> een subdirectory aan te maken die
|
||||
eigendom is van de gebruiker als
|
||||
<para>De laatste stap is het creëeren van de map waar het
|
||||
bestandssysteem gekoppeld wordt. Deze map moet eigendom zijn
|
||||
van de gebruiker die het bestandssysteem gaat koppelen. Een
|
||||
manier om dat te bewerkstelligen is door met de gebruiker
|
||||
<username>root</username> een submap aan te maken die eigendom
|
||||
is van de gebruiker als
|
||||
<filename>/mnt<replaceable>gebruikersnaam</replaceable></filename>
|
||||
(verander <replaceable>gebruikersnaam</replaceable> door de
|
||||
loginnaam van de daadwerkelijke gebruiker):</para>
|
||||
loginnaam van de daadwerkelijke gebruiker en
|
||||
<replaceable>gebruikersgroep</replaceable> door de primaire
|
||||
groep van de gebruiker):</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>mkdir /mnt/gebruikersnaam</userinput>
|
||||
&prompt.root; <userinput>chown <replaceable>gebruiker</replaceable>:<replaceable>gebruiker</replaceable> /mnt/<replaceable>gebruiker</replaceable></userinput></screen>
|
||||
&prompt.root; <userinput>chown <replaceable>gebruikersnaam</replaceable>:<replaceable>gebruikersgroep</replaceable> /mnt/<replaceable>gebruikersnaam</replaceable></userinput></screen>
|
||||
|
||||
<para>Stel dat er vervolgens een USB stick ingeplugged wordt
|
||||
en er een <filename>/dev/da0s1</filename> aangemaakt wordt.
|
||||
Omdat deze apparaatjes meestal voorgeformatteerd met een
|
||||
FAT bestandssysteem komen, kan deze als volgende gekoppeld
|
||||
<para>Stel dat er vervolgens een USB-stick ingeplugged wordt en er
|
||||
een <filename>/dev/da0s1</filename> aangemaakt wordt. Omdat
|
||||
deze apparaten meestal voorgeformatteerd met een
|
||||
FAT-bestandssysteem komen, kan deze als volgende gekoppeld
|
||||
worden:</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.user; <userinput>mount -t msdosfs -m 644 -M 755 /dev/da0s1 /mnt/<replaceable>gebruikersnaam</replaceable></userinput></screen>
|
||||
<screen>&prompt.user; <userinput>mount -t msdosfs -o -m=644,-M=755 /dev/da0s1 /mnt/<replaceable>gebruikersnaam</replaceable></userinput></screen>
|
||||
|
||||
<para>Indien het apparaat losgekoppeld wordt (nadat de schijf
|
||||
gedismount is), dient in de buffer voor systeemmeldingen iets
|
||||
afgekoppeld is), dient in de buffer voor systeemmeldingen iets
|
||||
als het volgende te zien te zijn:</para>
|
||||
|
||||
<screen>umass0: at uhub0 port 1 (addr2) disconnected
|
||||
|
@ -1029,8 +1031,8 @@ umass0: detached</screen>
|
|||
|
||||
<para>Naast de onderdelen <link linkend="disks-adding">Schijven
|
||||
toevoegen</link> en <link
|
||||
linkend="mount-unmount">Bestandssystemen mounten en
|
||||
unmounten</link>, kunnen de volgende hulppagina's ook nuttig
|
||||
linkend="mount-unmount">Bestandssystemen aan- en
|
||||
afkoppelen</link>, kunnen de volgende hulppagina's ook nuttig
|
||||
zijn: &man.umass.4;, &man.camcontrol.8; en
|
||||
&man.usbdevs.8;.</para>
|
||||
</sect2>
|
||||
|
@ -1427,23 +1429,23 @@ scsibus1:
|
|||
<title>Gegevens-CD's gebruiken</title>
|
||||
|
||||
<para>Nu er een standaard gegevens-CD-ROM is aangemaakt moet deze
|
||||
waarschijnlijk gemount worden om de gegevens die er op staan te
|
||||
lezen. Normaalgesproken neemt &man.mount.8; aan dat een
|
||||
bestandssysteem van het soort <literal>ufs</literal> is. Als
|
||||
zoiets als onderstaande geprobeerd wordt komt er een klacht
|
||||
over <errorname>Incorrect super block</errorname> en geen
|
||||
mount:</para>
|
||||
waarschijnlijk aangekoppeld worden om de gegevens die er op
|
||||
staan te lezen. Normaalgesproken neemt &man.mount.8; aan dat
|
||||
een bestandssysteem van het soort <literal>ufs</literal> is.
|
||||
Als zoiets als onderstaande geprobeerd wordt komt er een klacht
|
||||
over <errorname>Incorrect super block</errorname> en wordt er
|
||||
niet aangekoppeld:</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>mount /dev/cd0 /mnt</userinput></screen>
|
||||
|
||||
<para>De CD-ROM bevat geen
|
||||
<literal>UFS</literal>-bestandssysteem, dus pogingen om zo te
|
||||
mounten mislukken. Er dient aan &man.mount.8; verteld te
|
||||
<literal>UFS</literal>-bestandssysteem, dus pogingen om zo aan
|
||||
te koppelen mislukken. Er dient aan &man.mount.8; verteld te
|
||||
worden dat het bestandssysteem van het soort
|
||||
<literal>ISO9660</literal> is en dan werkt alles. Dit kan
|
||||
door de optie <option>-t cd9660</option> van &man.mount.8; op
|
||||
te geven. Het CD-ROM-apparaat <filename>/dev/cd0</filename>
|
||||
onder <filename>/mnt</filename> mounten kan zo:</para>
|
||||
onder <filename>/mnt</filename> aankoppelen kan zo:</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>mount -t cd9660 /dev/cd0 /mnt</userinput></screen>
|
||||
|
||||
|
@ -1482,11 +1484,11 @@ scsibus1:
|
|||
|
||||
<para>Zo nu en dan kan <errorname>Device not
|
||||
configured</errorname> verschijnen als geprobeerd wordt om een
|
||||
CD-ROM te mounten. Dit betekent meestal dat het CD-ROM-station
|
||||
denkt dat er geen schijf in de lade ligt of dat het station
|
||||
niet zichtbaar is op de bus. Omdat het enkele seconden kan
|
||||
duren voordat een CD-ROM-station doorheeft dat er een CD-ROM
|
||||
in ligt, is geduld geboden.</para>
|
||||
CD-ROM aan te koppelen. Dit betekent meestal dat het
|
||||
CD-ROM-station denkt dat er geen schijf in de lade ligt of dat
|
||||
het station niet zichtbaar is op de bus. Omdat het enkele
|
||||
seconden kan duren voordat een CD-ROM-station doorheeft dat er
|
||||
een CD-ROM in ligt, is geduld geboden.</para>
|
||||
|
||||
<para>Soms wordt een SCSI CD-ROM gemist omdat het station niet
|
||||
genoeg tijd had om antwoord te geven op de busreset. Indien er
|
||||
|
@ -1518,12 +1520,12 @@ scsibus1:
|
|||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>tar xzvf /dev/acd1</userinput></screen>
|
||||
|
||||
<para>Het is niet mogelijk om deze schijf te mounten zoals dat
|
||||
voor een normale CD-ROM gedaan wordt. Zo'n CD-ROM kan onder
|
||||
<para>Het is niet mogelijk om deze schijf aan te koppelen zoals
|
||||
dat voor een normale CD-ROM gedaan wordt. Zo'n CD-ROM kan onder
|
||||
geen enkel besturingssysteem, behalve &os;, gelezen worden.
|
||||
Om de CD te kunnen mounten of gegevens te delen met een ander
|
||||
besturingssysteem, dient &man.mkisofs.8; gebruikt te worden,
|
||||
zoals boven beschreven is.</para>
|
||||
Om de CD aan te kunnen koppelen of gegevens te delen met een
|
||||
ander besturingssysteem, dient &man.mkisofs.8; gebruikt te
|
||||
worden, zoals boven beschreven is.</para>
|
||||
</sect2>
|
||||
|
||||
<sect2 id="atapicam">
|
||||
|
@ -1591,7 +1593,7 @@ cd0: Attempt to query device size failed: NOT READY, Medium not present - tray c
|
|||
|
||||
<para>Het station is nu toegankelijk via de apparaatnaam
|
||||
<filename>/dev/cd0</filename>. Om bijvoorbeeld een CD-ROM op
|
||||
<filename>/mnt</filename> te mounten:</para>
|
||||
<filename>/mnt</filename> aan te koppelen:</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>mount -t cd9660 <replaceable>/dev/cd0</replaceable> /mnt</userinput></screen>
|
||||
|
||||
|
@ -2187,8 +2189,8 @@ cd0: Attempt to query device size failed: NOT READY, Medium not present - tray c
|
|||
<title>Diskettes gebruiken</title>
|
||||
|
||||
<para>Om de diskette te gebruiken kan &man.mount.msdosfs.8;
|
||||
gebruikt worden om het medium te mounten. Ook kan <filename
|
||||
role="package">emulators/mtools</filename> uit de
|
||||
gebruikt worden om het medium aan te koppelen. Ook kan
|
||||
<filename role="package">emulators/mtools</filename> uit de
|
||||
Portscollectie worden gebruikt.</para>
|
||||
</sect2>
|
||||
</sect1>
|
||||
|
@ -2695,7 +2697,7 @@ sa0(ncr1:4:0): Logical unit is in process of becoming ready</screen>
|
|||
<para>Indien <command>dump</command> op een hoofdmap wordt
|
||||
gebruikt, wordt er geen back-up gemaakt van <filename>/home
|
||||
</filename>, <filename>/usr</filename> of van de vele andere
|
||||
mappen, aangezien dit typisch mountpunten voor andere
|
||||
mappen, aangezien dit typisch koppelpunten voor andere
|
||||
bestandssystemen of symbolische koppelingen binnen deze
|
||||
bestandssystemen zijn.</para>
|
||||
</note>
|
||||
|
@ -2997,9 +2999,9 @@ sa0(ncr1:4:0): Logical unit is in process of becoming ready</screen>
|
|||
|
||||
<para>In het andere geval dienen twee eigen opstartbare
|
||||
diskettes aangemaakt te worden die een kernel bevatten die
|
||||
alle gewenste schijven kan mounten en toegang heeft tot het
|
||||
bandstation. Deze diskettes dienen het volgende te bevatten:
|
||||
<command>fdisk</command>, <command>newfs</command>,
|
||||
alle gewenste schijven kan aankoppelen en toegang heeft tot
|
||||
het bandstation. Deze diskettes dienen het volgende te
|
||||
bevatten: <command>fdisk</command>, <command>newfs</command>,
|
||||
<command>mount</command> en het gebruikte back-upprogramma.
|
||||
Deze programma's dienen statisch gelinkt te worden. Als
|
||||
<command>dump</command> gebruikt wordt, moet de diskette
|
||||
|
@ -3063,7 +3065,7 @@ bsdlabel -w -B /dev/fd0c fd1440
|
|||
newfs -t 2 -u 18 -l 1 -c 40 -i 5120 -m 5 -o space /dev/fd0a
|
||||
|
||||
#
|
||||
# mount de nieuwe diskette
|
||||
# koppel de nieuwe diskette aan
|
||||
#
|
||||
mount /dev/fd0a /mnt
|
||||
|
||||
|
@ -3171,7 +3173,7 @@ chmod 644 /mnt/etc/passwd
|
|||
/usr/sbin/pwd_mkdb -d/mnt/etc /mnt/etc/master.passwd
|
||||
|
||||
#
|
||||
# umount de diskette en informeer de gebruiker
|
||||
# koppel de diskette af en informeer de gebruiker
|
||||
#
|
||||
/sbin/umount /mnt
|
||||
echo "De diskette is ontkoppeld en is nu klaar."]]></programlisting>
|
||||
|
@ -3219,21 +3221,21 @@ echo "De diskette is ontkoppeld en is nu klaar."]]></programlisting>
|
|||
|
||||
<indexterm><primary><command>newfs</command></primary></indexterm>
|
||||
|
||||
<para>Probeer de rootpartitie van de eerste schijf te mounten
|
||||
(bijvoorbeeld <command>mount /dev/da0a /mnt</command>). Als
|
||||
het schijflabel beschadigd is, gebruik dan
|
||||
<command>bsdlabel</command> om de schijf opnieuw te
|
||||
<para>Probeer de rootpartitie van de eerste schijf aan te
|
||||
koppelen (bijvoorbeeld <command>mount /dev/da0a
|
||||
/mnt</command>). Als het schijflabel beschadigd is, gebruik
|
||||
dan <command>bsdlabel</command> om de schijf opnieuw te
|
||||
partitioneren en te labelen zodat deze overeenkomt met het
|
||||
afgedrukte en bewaarde label. Gebruik voor het opnieuw
|
||||
aanmaken van de bestandssystemen <command>newfs</command>.
|
||||
Hermount de rootpartitie van de diskette voor lezen en
|
||||
schrijven (<command>mount -u -o rw /mnt</command>). Gebruik
|
||||
voor het herstellen van de gegevens van dit bestandssysteem
|
||||
het back-upprogramma en de back-upbanden (bijvoorbeeld
|
||||
<command>restore vrf /dev/sa0</command>). Dismount nu het
|
||||
bestandssysteem (bijvoorbeeld <command>umount
|
||||
/mnt</command>). Herhaal dit voor elk beschadigd
|
||||
bestandssysteem.</para>
|
||||
Koppel de rootpartitie van de diskette opnieuw aan voor lezen
|
||||
en schrijven (<command>mount -u -o rw /mnt</command>).
|
||||
Gebruik voor het herstellen van de gegevens van dit
|
||||
bestandssysteem het back-upprogramma en de back-upbanden
|
||||
(bijvoorbeeld <command>restore vrf /dev/sa0</command>).
|
||||
Koppel nu het bestandssysteem af (bijvoorbeeld
|
||||
<command>umount /mnt</command>). Herhaal dit voor elk
|
||||
beschadigd bestandssysteem.</para>
|
||||
|
||||
<para>Back-up de gegevens naar nieuwe banden als het systeem
|
||||
weer draait. De omstandigheden die verantwoordelijk waren
|
||||
|
@ -3326,16 +3328,16 @@ echo "De diskette is ontkoppeld en is nu klaar."]]></programlisting>
|
|||
geheugen-gebaseerde virtuele schijven: geheugenschijven die met
|
||||
&man.malloc.9; toegewezen zijn, geheugenschijven die een
|
||||
bestand als basis gebruiken en geheugenschijven die swapruimte
|
||||
als basis gebruiken. Een mogelijk gebruik is het mounten van
|
||||
een beeld van een diskette of CD dat in een bestand bewaard
|
||||
als basis gebruiken. Een mogelijk gebruik is het aankoppelen
|
||||
van een beeld van een diskette of CD dat in een bestand bewaard
|
||||
wordt.</para>
|
||||
|
||||
<para>Om een bestaand beeld van een bestandssysteem te
|
||||
mounten:</para>
|
||||
<para>Om een bestaand beeld van een bestandssysteem aan te
|
||||
koppelen:</para>
|
||||
|
||||
<example>
|
||||
<title><command>mdconfig</command> gebruiken om een bestaand
|
||||
beeld van een bestandssysteem te mounten</title>
|
||||
beeld van een bestandssysteem aan te koppelen</title>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>mdconfig -a -t vnode -f <replaceable>schijfbeeld</replaceable> -u <replaceable>0</replaceable></userinput>
|
||||
&prompt.root; <userinput>mount /dev/md<replaceable>0</replaceable> <replaceable>/mnt</replaceable></userinput></screen>
|
||||
|
@ -3372,19 +3374,18 @@ Filesystem 1K-blocks Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
<devicename>md4</devicename>. Meer details staan in de
|
||||
hulppagina van &man.mdconfig.8;.</para>
|
||||
|
||||
|
||||
<para>Het commando &man.mdconfig.8; is erg nuttig, hoewel het
|
||||
veel opdrachten vergt om een bestandsgebaseerd bestandssysteem
|
||||
aan te maken. &os; wordt met &man.mdmfs.8; geleverd. Dit
|
||||
programma stelt een &man.md.4;-schijf in door gebruik te maken van
|
||||
&man.mdconfig.8;, zet er een bestandssysteem op door gebruik te
|
||||
maken van &man.newfs.8; en mount het door gebruik te maken van
|
||||
&man.mount.8;. Om hetzelfde bestandssysteembeeld als hierboven
|
||||
aan te maken en te mounten:</para>
|
||||
programma stelt een &man.md.4;-schijf in door gebruik te maken
|
||||
van &man.mdconfig.8;, zet er een bestandssysteem op door gebruik
|
||||
te maken van &man.newfs.8; en koppel het aan door gebruik te
|
||||
maken van &man.mount.8;. Om hetzelfde bestandssysteembeeld als
|
||||
hierboven aan te maken en aan te koppelen:</para>
|
||||
|
||||
<example>
|
||||
<title>Instellen en mounten van een bestandsgebaseerde schijf
|
||||
met <command>mdmfs</command></title>
|
||||
<title>Instellen en aankoppelen van een bestandsgebaseerde
|
||||
schijf met <command>mdmfs</command></title>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>dd if=/dev/zero of=<replaceable>nieuwbeeld</replaceable> bs=1k count=<replaceable>5</replaceable>k</userinput>
|
||||
5120+0 records in
|
||||
|
@ -3460,10 +3461,9 @@ Filesystem 1K-blocks Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
|
||||
<para>Als een geheugen- of bestandsgebaseerd bestandssysteem
|
||||
niet gebruikt wordt, dienen alle bronnen aan het systeem
|
||||
vrijgegeven te worden. Dismount als eerste het
|
||||
bestandssysteem, gebruikt daarna &man.mdconfig.8; om de schijf
|
||||
van een systeem los te koppelen en de bronnen vrij te
|
||||
geven.</para>
|
||||
vrijgegeven te worden. Koppel als eerste het bestandssysteem
|
||||
af, gebruikt daarna &man.mdconfig.8; om de schijf van een
|
||||
systeem los te koppelen en de bronnen vrij te geven.</para>
|
||||
|
||||
<para>Om bijvoorbeeld alle bronnen die door
|
||||
<filename>/dev/md4</filename> gebruikt worden los te koppelen
|
||||
|
@ -3508,10 +3508,10 @@ Filesystem 1K-blocks Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
bestandssysteem waarop de handeling wordt uitgevoerd en er mogen
|
||||
niet meer dan 20 snapshots per bestandssysteem worden aangemaakt.
|
||||
Actieve snapshots worden opgeslagen in het superblok zodat ze
|
||||
persistent zijn met dismount- en hermountbewerkingen en met het
|
||||
opnieuw opstarten van het systeem. Als een snapshot niet langer
|
||||
nodig is, kan het met het standaardcommando &man.rm.1; worden
|
||||
verwijderd. Snapshots kunnen in elke volgorde verwijderd
|
||||
persistent zijn met afkoppel- en heraankoppelbewerkingen en met
|
||||
het opnieuw opstarten van het systeem. Als een snapshot niet
|
||||
langer nodig is, kan het met het standaardcommando &man.rm.1;
|
||||
worden verwijderd. Snapshots kunnen in elke volgorde verwijderd
|
||||
worden, alhoewel misschien niet alle gebruikte ruimte
|
||||
teruggewonnen wordt omdat sommige vrijgegeven blokken mogelijk
|
||||
door een ander snapshot geclaimd worden.</para>
|
||||
|
@ -3552,7 +3552,7 @@ Filesystem 1K-blocks Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
<listitem>
|
||||
<para>De bestandssysteem integriteit controle, &man.fsck.8;
|
||||
kan gebruikt worden op het snapshot. Ervan uitgaande dat het
|
||||
bestandssysteem schoon was toen het werd gemount, zou dit
|
||||
bestandssysteem schoon was toen het werd aangekoppeld, zou dit
|
||||
altijd een schoon (en onveranderlijk) resultaat moeten
|
||||
opleveren. Dit is in principe wat het
|
||||
&man.fsck.8;-achtergrondsproces doet;</para>
|
||||
|
@ -3570,8 +3570,8 @@ Filesystem 1K-blocks Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
|
||||
<listitem>
|
||||
<para>Het snapshot kan met &man.mount.8; als bevroren beeld van
|
||||
het bestandssysteem worden gemount. Om het snapshot
|
||||
<filename>/var/snapshot/snap</filename> te mounten:</para>
|
||||
het bestandssysteem worden aangekoppeld. Om het snapshot
|
||||
<filename>/var/snapshot/snap</filename> aan te koppelen:</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>mdconfig -a -t vnode -f /var/snapshot/snap -u 4</userinput>
|
||||
&prompt.root; <userinput>mount -r /dev/md4 /mnt</userinput></screen>
|
||||
|
@ -3579,12 +3579,12 @@ Filesystem 1K-blocks Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
</itemizedlist>
|
||||
|
||||
<para>Het is nu mogelijk om door de structuur van het bevroren
|
||||
bestandssysteem <filename>/var</filename> te lopen dat gemount is
|
||||
op <filename>/mnt</filename>. Alles zal initieel in dezelfde
|
||||
toestand verkeren als op het moment dat het snapshot werd
|
||||
aangemaakt. De enige uitzondering hierop is dat eerdere
|
||||
bestandssysteem <filename>/var</filename> te lopen dat
|
||||
aangekoppeld is op <filename>/mnt</filename>. Alles zal initieel
|
||||
in dezelfde toestand verkeren als op het moment dat het snapshot
|
||||
werd aangemaakt. De enige uitzondering hierop is dat eerdere
|
||||
snapshots als bestanden met lengte nul verschijnen. Als een
|
||||
snapshot niet meer nodig is, kan het als volgt gedismount
|
||||
snapshot niet meer nodig is, kan het als volgt afgekoppeld
|
||||
worden:</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>umount /mnt</userinput>
|
||||
|
@ -3978,7 +3978,7 @@ Password:</screen>
|
|||
<para>In het volgende voorbeeld wordt aangenomen dat er een
|
||||
nieuwe harde schijf aan het systeem wordt toegevoegd die een
|
||||
enkele versleutelde partitie zal bevatten. Deze partitie
|
||||
wordt gemount als <filename>/private</filename>.
|
||||
wordt aangekoppeld als <filename>/private</filename>.
|
||||
<application>gbde</application> kan ook gebruikt worden om
|
||||
<filename>/home</filename> en <filename>/var/mail</filename>
|
||||
te versleutelen, maar daarvoor zijn complexere instructies
|
||||
|
@ -4072,17 +4072,17 @@ sector_size = 2048
|
|||
|
||||
<caution>
|
||||
<para><application>gbde</application> lockbestanden
|
||||
<emphasis>moeten</emphasis> samen met de inhoud van
|
||||
versleutelde partities geback-upped worden. Hoewel het
|
||||
verwijderen van een lockbestand op zich een gedreven
|
||||
aanvaller er niet van weerhoudt een
|
||||
<application>gbde</application> partitie te
|
||||
ontsleutelen, is de wettige eigenaar zonder het
|
||||
lockbestand niet in staat om de gegevens op de
|
||||
versleutelde partitie te benaderen zonder een
|
||||
aanzienlijke hoeveelheid werk die in het geheel niet
|
||||
ondersteund wordt door &man.gbde.8; of de ontwerper
|
||||
ervan.</para>
|
||||
<emphasis>moeten</emphasis> samen met de inhoud van
|
||||
versleutelde partities geback-upped worden. Hoewel het
|
||||
verwijderen van een lockbestand op zich een gedreven
|
||||
aanvaller er niet van weerhoudt een
|
||||
<application>gbde</application> partitie te
|
||||
ontsleutelen, is de wettige eigenaar zonder het
|
||||
lockbestand niet in staat om de gegevens op de
|
||||
versleutelde partitie te benaderen zonder een
|
||||
aanzienlijke hoeveelheid werk die in het geheel niet
|
||||
ondersteund wordt door &man.gbde.8; of de ontwerper
|
||||
ervan.</para>
|
||||
</caution>
|
||||
</step>
|
||||
|
||||
|
@ -4130,7 +4130,7 @@ sector_size = 2048
|
|||
<step>
|
||||
<title>Mount de versleutelde partitie</title>
|
||||
|
||||
<para>Maak een mountpunt voor het versleutelde
|
||||
<para>Maak een koppelpunt voor het versleutelde
|
||||
bestandssysteem aan:</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>mkdir /private</userinput></screen>
|
||||
|
@ -4160,7 +4160,7 @@ Filesystem Size Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
</sect3>
|
||||
|
||||
<sect3>
|
||||
<title>Bestaande versleutelde bestandssystemen mounten</title>
|
||||
<title>Bestaande versleutelde bestandssystemen aankoppelen</title>
|
||||
|
||||
<para>Elke keer nadat het systeem is opgestart dient elk
|
||||
versleuteld bestandssysteem opnieuw aan de kernel gekoppeld
|
||||
|
@ -4186,7 +4186,7 @@ Filesystem Size Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
<para>Aangezien het nog niet mogelijk is om versleutelde
|
||||
bestandssystemen op te nemen in
|
||||
<filename>/etc/fstab</filename> voor automatische controle,
|
||||
dienen de bestandssystemen voordat ze gemount worden
|
||||
dienen de bestandssystemen voordat ze aangekoppeld worden
|
||||
handmatig op fouten gecontroleerd te worden door
|
||||
&man.fsck.8; uit te voeren:</para>
|
||||
|
||||
|
@ -4204,11 +4204,11 @@ Filesystem Size Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
</procedure>
|
||||
|
||||
<sect4>
|
||||
<title>Versleutelde partities automatisch mounten</title>
|
||||
<title>Versleutelde partities automatisch aankoppelen</title>
|
||||
|
||||
<para>Het is mogelijk om een script aan te maken om
|
||||
automatisch een versleutelde partitie aan te koppelen, op
|
||||
fouten te controleren en te mounten, maar vanwege
|
||||
fouten te controleren en aan te koppelen, maar vanwege
|
||||
veiligheidsredenen dient het script niet het wachtwoord
|
||||
voor &man.gbde.8; te bevatten. In plaats hiervan wordt het
|
||||
aangeraden om zulke scripts handmatig uit te voeren en het
|
||||
|
@ -4226,8 +4226,8 @@ gbde_lockdir="/etc/gbde"</programlisting>
|
|||
<application>gbde</application> bij het starten wordt
|
||||
ingegeven. Na het invoeren van de juiste wachtwoordzin
|
||||
wordt de met <application>gbde</application> versleutelde
|
||||
partitie automatisch gemount. Dit kan erg handig zijn bij
|
||||
het gebruik van <application>gbde</application> op
|
||||
partitie automatisch aangekoppeld. Dit kan erg handig zijn
|
||||
bij het gebruik van <application>gbde</application> op
|
||||
notebooks.</para>
|
||||
</sect4>
|
||||
</sect3>
|
||||
|
@ -4377,15 +4377,15 @@ device crypto</programlisting>
|
|||
<para>Het volgende voorbeeld beschrijft hoe een
|
||||
sleutelbestand te maken, dat wordt gebruikt als onderdeel
|
||||
van de Master Key voor de versleutelde dienst die wordt
|
||||
gemount onder <filename
|
||||
aangekoppeld onder <filename
|
||||
class="directory">/private</filename>. Het sleutelbestand
|
||||
zorgt voor wat willekeurige gegevens die worden gebruikt
|
||||
om de Master Key te versleutelen. De Master Key wordt ook
|
||||
door een wachtwoordzin beschermd. De sectorgrootte van de
|
||||
dienst wordt 4 kB. Ook wordt beschreven hoe de
|
||||
<command>geli</command>-dienst te koppelen, er een
|
||||
bestandsysteem op te maken, dat te mounten, hoe ermee te
|
||||
werken en tenslotte hoe te ontkoppelen.</para>
|
||||
bestandsysteem op te maken, dat aan te koppelen, hoe ermee
|
||||
te werken en tenslotte hoe te ontkoppelen.</para>
|
||||
|
||||
<para>Het wordt aangeraden een grotere sectorgrootte in te
|
||||
stellen (zoals 4 kB) voor betere prestaties.</para>
|
||||
|
@ -4448,14 +4448,14 @@ Filesystem Size Used Avail Capacity Mounted on
|
|||
</step>
|
||||
|
||||
<step>
|
||||
<title>De dienst unmounten en afkoppelen</title>
|
||||
<title>De dienst afkoppelen</title>
|
||||
|
||||
<para>Als het werk met de versleutelde partitie is
|
||||
afgehandeld en de <filename
|
||||
class="directory">/private</filename>-partitie is niet
|
||||
langer nodig, dan is het verstandig te overwegen de met
|
||||
<command>geli</command> versleutelde partitie te unmounten
|
||||
en af te koppelen van de kernel.</para>
|
||||
class="directory">/private</filename>-partitie niet langer
|
||||
nodig is, dan is het verstandig te overwegen de met
|
||||
<command>geli</command> versleutelde partitie af te koppelen
|
||||
van het bestandssysteem en de kernel.</para>
|
||||
|
||||
<screen>&prompt.root; <userinput>umount /private</userinput>
|
||||
&prompt.root; <userinput>geli detach da2.eli</userinput></screen>
|
||||
|
|
Loading…
Reference in a new issue